Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld
Artikel 2 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 386 (uitgifte: 29-12-2006, regelingnummer: 1889/2006)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, PbEU 2006, L 386 (uitgifte: 29-12-2006, regelingnummer: 1889/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Gelet op de artikelen 1 en 3, heeft de communautaire steun betrekking op de volgende terreinen:
- a)
bevordering en versterking van de participerende en vertegenwoordigende democratie, met inbegrip van de parlementaire democratie en de democratiseringsprocessen, voornamelijk via de organisaties van het maatschappelijk middenveld, o.a. bij:
- i)
de bevordering van de vrijheid van vereniging en vergadering, onbelemmerd verkeer van personen, vrijheid van mening en van meningsuiting, met inbegrip van artistieke en culturele uitingen, onafhankelijke media, onbelemmerde toegang tot informatie, en maatregelen ter bestrijding van administratieve belemmeringen voor het uitoefenen van deze vrijheden, onder meer ter bestrijding van censuur;
- ii)
de versterking van de rechtsstaat, de bevordering van de onafhankelijkheid van het justitiële apparaat, het aanmoedigen en evalueren van justitiële en institutionele hervormingen, en bevordering van toegang tot de rechter;
- iii)
bevordering en versterking van het Internationale Strafhof, internationale gelegenheidstribunalen en de processen van overgangsjustitie en waarheids- en verzoeningsmechanismen;
- iv)
de ondersteuning van hervormingen om effectieve en transparante democratische verantwoordingsplicht en effectief en transparant democratisch toezicht te bewerkstelligen, waaronder toezicht op de sectoren veiligheid en justitie, en het aanmoedigen van maatregelen tegen corruptie;
- v)
de bevordering van politiek pluralisme en democratische politieke vertegenwoordiging, en stimulering van politieke participatie van de burgers, met name van gemarginaliseerde groepen, in democratische hervormingsprocessen op lokaal, regionaal en nationaal niveau;
- vi)
het stimuleren van gelijke participatie van mannen en vrouwen in de maatschappij, de economie en de politiek, en ondersteuning van gelijke kansen, participatie en politieke vertegenwoordiging van vrouwen;
- vii)
steun voor maatregelen om een vreedzame verzoening van groepsbelangen te vergemakkelijken, waaronder steun voor vertrouwenwekkende maatregelen met betrekking tot mensenrechten en democratisering.
- b)
bevordering en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale instrumenten met betrekking tot burgerrechten en politieke, economische, sociale en culturele rechten, voornamelijk via organisaties van het maatschappelijk middenveld, o.a. op de volgende terreinen:
- i)
de afschaffing van de doodstraf, het voorkomen van marteling, mishandeling en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing, en de rehabilitatie van de slachtoffers van marteling;
- ii)
de ondersteuning en bescherming van en hulpverlening aan mensenrechtenactivisten, in de zin van artikel 1 van de VN-Verklaring inzake het recht en de verantwoordelijkheid van individuele personen, groepen en organen van de samenleving om algemeen erkende mensenrechten en fundamentele vrijheden te bevorderen en te beschermen;
- iii)
de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid;
- iv)
de rechten van inheemse volkeren en de rechten van personen die tot minderheden en etnische groepen behoren;
- v)
vrouwenrechten zoals neergelegd in het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en de facultatieve protocollen daarbij, waaronder maatregelen ter bestrijding van genitale verminking van de vrouw, gedwongen huwelijken, eerwraak, vrouwenhandel en welke andere vorm van geweld tegen vrouwen dan ook;
- vi)
de rechten van het kind, zoals neergelegd in het Verdrag inzake de rechten van het kind en de facultatieve protocollen daarbij, waaronder de strijd tegen kinderarbeid, kinderhandel en kinderprostitutie, en de rekrutering en het inzetten van kindsoldaten;
- vii)
de rechten van personen met een handicap;
- viii)
de bevordering van fundamentele arbeidsnormen en van maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen;
- ix)
onderwijs, opleiding en toezicht op het gebied van mensenrechten en democratie, en op het gebied dat wordt geregeld door lid 1, letter a), punt vii);
- x)
ondersteuning voor lokale, regionale, nationale of internationale organisaties uit het maatschappelijk middenveld die zich inzetten voor de bescherming, versterking en verdediging van de mensenrechten en voor de maatregelen zoals bedoeld in lid 1, letter a), punt vii);
- c)
versterking van het internationaal kader voor de bescherming van de mensenrechten, justitie, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie met name door middel van:
- i)
steun voor internationale en regionale instrumenten op het gebied van mensenrechten, justitie, de rechtsstaat en democratie;
- ii)
bevordering van de samenwerking van het maatschappelijk middenveld met internationale en regionale intergouvernementele organisaties en steun voor de werkzaamheden van het maatschappelijk middenveld voor het bevorderen en controleren van de tenuitvoerlegging van internationale en regionale instrumenten op het gebied van mensenrechten, justitie, de rechtsstaat en democratie;
- iii)
bevordering van het naleven van internationaal humanitaire recht;
- d)
opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen, met name door:
- i)
de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie;
- ii)
andere maatregelen tot monitoring van verkiezingsprocessen;
- iii)
bij te dragen aan de ontwikkeling van verkiezingswaarnemingscapaciteit van organisaties uit het maatschappelijk middenveld op regionaal en lokaal niveau en ondersteuning van hun initiatieven om de participatie in en de follow-up van het verkiezingsproces te vergroten;
- iv)
ondersteuning van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van aanbevelingen van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, met name via organisaties van het maatschappelijk middenveld.
2.
Bij alle in deze verordening genoemde steunmaatregelen wordt, wanneer dat zinvol is, gestreefd naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen, de rechten van het kind en inheemse bevolkingsgroepen, de rechten van gehandicapten en naar uitgangspunten als zelfredzaamheid, participatie, non-discriminatie van kwetsbare groepen en verantwoordelijkheidsbesef en naar instandhouding van deze beginselen.
3.
De in deze verordening bedoelde steunmaatregelen worden uitgevoerd op het grondgebied van derde landen. of moeten rechtstreeks verband houden met situaties in derde landen of met mondiale of regionale acties.