Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en intrekking Richtlijn 2003/6/EG, enz. (Verordening marktmisbruik)
Artikel 16 Preventie en opsporing van marktmisbruik
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Marktexploitanten en beleggingsondernemingen die een handelsplatform exploiteren, dienen doeltreffende regelingensystemen en procedures in te stellen en te handhaven gericht op de preventie en opsporing van handel met voorwetenschap, marktmanipulatie en van pogingen om te handelen met voorwetenschap en marktmanipulatie te plegen overeenkomstig de artikelen 31 en 54 van Richtlijn 2014/65/EU.
Iedere in de eerste alinea bedoelde persoon stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van orders en transacties, alsmede alle annuleringen of wijzigingen daarvan, die als handel met voorwetenschap of marktmanipulatie, of als poging tot het plegen van handel met voorwetenschap of marktmanipulatie zouden kunnen worden aangemerkt.
2.
Iedere persoon die beroepshalve transacties met betrekking tot financiële instrumenten tot stand brengt of uitvoert, stelt doeltreffende regelingen, systemen en procedures in voor de opsporing en melding van verdachte orders en transacties, en onderhoudt deze. Wanneer die persoon een redelijk vermoeden heeft dat een order of transactie met betrekking tot enigerlei financieel instrument, al dan niet op een handelsplatform geplaatst of uitgevoerd, mogelijk handel met voorwetenschap, marktmanipulatie of een poging tot handel met voorwetenschap of marktmanipulatie inhoudt, stelt hij de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit daar onverwijld van in kennis.
3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 22 zijn personen die beroepshalve transacties tot stand brengen of uitvoeren, onderworpen aan de meldingsvoorschriften van de lidstaat waar zij geregistreerd zijn of waar hun hoofdkantoor is gelegen, of, ingeval het een bijkantoor betreft, de lidstaat waar het bijkantoor zich bevindt. De melding wordt gericht aan de bevoegde autoriteit van die lidstaat.
4.
De in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteiten die een melding van verdachte orders en transacties ontvangen, geven deze informatie onmiddellijk doorgeven aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken gereglementeerde handelsplatforms.
5.
Teneinde de consistente harmonisatie van dit artikel zeker te stellen, ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen ter bepaling van:
- a)
passende regelingen, systemen en procedures waarmee personen aan de voorschriften van de leden 1 en 2 voldoen, en
- b)
de meldingsmodellen die personen dienen te gebruiken om aan de voorschriften van de leden 1 en 2 te voldoen.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.