Einde inhoudsopgave
Richtlijn 90/270/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Artikel 9 Bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers
Geldend
Geldend vanaf 11-06-1990
- Bronpublicatie:
29-05-1990, PbEG 1990, L 156 (uitgifte: 21-06-1990, regelingnummer: 90/270/EEG)
- Inwerkingtreding
11-06-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-1990, PbEG 1990, L 156 (uitgifte: 21-06-1990, regelingnummer: 90/270/EEG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
De werknemers moeten:
- —
alvorens met het werken met een beeldscherm te beginnen, en
- —
daarna op gezette tijden, en
- —
wanneer zich gezichtsstoornissen voordoen die het gevolg kunnen zijn van het werken met een beeldscherm,
een passend onderzoek van de ogen en van het gezichtsvermogen kunnen ondergaan, uitgevoerd door iemand die de daartoe vereiste competentie bezit.
2.
De werknemers moeten een oftalmologisch onderzoek kunnen ondergaan indien de resultaten van het in lid 1 bedoelde onderzoek zulks vereisen.
3.
Indien de resultaten van het in lid 1 of lid 2 bedoelde onderzoek dit vereisen, en de normale correctiemiddelen niet kunnen worden gebruikt, moeten de werknemers speciale, met het betrokken werk verband houdende correctiemiddelen krijgen.
4.
De ter uitvoering van dit artikel genomen maatregelen mogen in geen geval extra kosten voor de werknemers met zich brengen.
5.
De bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers kan een onderdeel vormen van een nationaal stelsel van gezondheidszorg.