Richtlijn 81/334/EEG wijziging Richtlijn 70/157/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-04-1981
- Bronpublicatie:
13-04-1981, PbEG 1981, L 131 (uitgifte: 01-01-1981, regelingnummer: 81/334/EEG)
- Inwerkingtreding
28-04-1981
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-1981, PbEG 1981, L 131 (uitgifte: 01-01-1981, regelingnummer: 81/334/EEG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
Richtlijn van de Commissie van 13 april 1981 houdende aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 70/157/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gezien Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1), laatstelijk gewijzigd bij de Richtlijn 80/1267/EEG (2), en met name op artikel 13,
Gezien Richtlijn 70/157/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 77/212/EEG(4), en met name op artikel 3,
Overwegende dat het dank zij de op dit gebied opgedane ervaring en gezien de huidige stand van de techniek nu mogelijk is de voorschriften inzake de methode die bij meting van het door rijdende en stilstaande voertuigen voortgebrachte geluid wordt toegepast, te wijzigen, ten einde deze beter op de feitelijke bedrijfsomstandigheden af te stemmen;
Overwegende dat de bepalingen van artikel 3 van Richtlijn 70/157/EEG de mogelijkheid van wijziging der grenswaarden van de procedure tot aanpassing aan de stand van de techniek uitsluiten en dat het dienstig is in onderhavige richtlijn ter informatie de grenswaarden te vermelden zoals deze zijn opgenomen in Richtlijn 77/212/EEG; dat echter het voornemen bestaat deze grenswaarden te zijner tijd te verlagen overeenkomstig de hiervoor bestaande procedure;
Overwegende dat zowel uitlaatinrichtingen, als bepaalde onderdelen daarvan, afzonderlijk als vervangingsonderdelen in de handel worden gebracht; dat voor zover zij ook kunnen worden gecontroleerd voordat zij op een voertuig worden aangebracht, het vrije verkeer ervan kan worden vergemakkelijkt door instelling van een EEG-goedkeuring voor de inrichtingen die als technische eenheden in de zin van artikel 9 bis worden beschouwd, welk artikel bij Richtlijn 78/315/EEG (5) is opgenomen in Richtlijn 70/156/EEG;
Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor aanpassing aan de stand van de techniek van de richtlijnen betreffende de opheffing van technische handelsbelemmeringen in de sector motorvoertuigen,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: