Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 16.39a [Reikwijdte afdeling 16.2.2]
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2024
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad zijn de leden 4 en 5 i.p.v. de leden 3 en 4 ingevoegd.
- Bronpublicatie:
28-02-2024, Stb. 2024, 65 (uitgifte: 22-03-2024, kamerstukken: 36407)
- Inwerkingtreding
30-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2024, Stb. 2024, 76 (uitgifte: 29-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Deze afdeling is van toepassing op:
- a.
vliegtuigexploitanten ten aanzien waarvan Nederland verantwoordelijk is voor de administratie van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en die luchtvaartactiviteiten als bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten uitvoeren;
- b.
niet-CO2-effecten van de luchtvaart;
- c.
scheepvaartmaatschappijen waarvoor Nederland verantwoordelijk is voor het beheer van het EU-ETS en die maritieme vervoersactiviteiten uitvoeren als bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;
- d.
emissies van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen broeikasgassen veroorzaakt door luchtvaartactiviteiten als bedoeld onder a of maritiem vervoer als bedoeld onder c.
2.
Nederland is ten aanzien van een vliegtuigexploitant administrerende lidstaat als bedoeld in het eerste lid, onder a:
- a.
indien de vliegtuigexploitant beschikt over een geldige vergunning als bedoeld in artikel 16 van de Luchtvaartwet die valt onder verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PbEU L 293);
- b.
in gevallen waarin de vliegtuigexploitant niet beschikt over een geldige, door een lidstaat overeenkomstig de verordening, genoemd onder a, verleende exploitatievergunning: indien aan Nederland het grootste deel van de geschatte luchtvaartemissies van door de betrokken vliegtuigexploitant in het basisjaar uitgevoerde vluchten kan worden toegeschreven als bedoeld in artikel 18bis, eerste lid, onder b, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten.
4.
Nederland is administrerende autoriteit voor een scheepvaartmaatschappij die wordt vermeld op de door de Europese Commissie gepubliceerde lijst van scheepvaartmaatschappijen die een in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten vermelde maritieme vervoersactiviteit uitoefenen.
5.
De toewijzing van emissierechten aan scheepvaartmaatschappijen en de inleveringsverplichting van emissierechten door scheepvaartmaatschappijen is van toepassing op:
- a.
50% van de emissies van schepen die reizen uitvoeren vanuit een Nederlandse haven naar een buiten de Europese Unie gelegen aanloophaven;
- b.
50% van de emissies van schepen die reizen uitvoeren vanuit een buiten de Europese Unie gelegen aanloophaven naar een Nederlandse haven;
- c.
100% van de emissies van schepen die reizen uitvoeren van een Nederlandse haven naar een binnen de Europese Unie gelegen aanloophaven en vice versa;
- d.
100% van de emissies van schepen in een Nederlandse aanloophaven
5.
Voor de toepasselijkheid van het tweede lid, aanhef en onder b, wordt uitgegaan van de meest actuele uitgave van de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 18bis, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten gepubliceerde lijst.
6.
Bij de administratie van vliegtuigexploitanten neemt het bestuur van de emissieautoriteit de richtsnoeren in acht die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig artikel 18bis, vierde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.