Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 2:17 Herleving van het recht op arbeidsondersteuning
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
27-05-2020, Stb. 2020, 173 (uitgifte: 18-06-2020, kamerstukken: 35213)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2020, Stb. 2020, 174 (uitgifte: 18-06-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
1.
Indien op grond van artikel 2:16, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, het recht op arbeidsondersteuning is geëindigd, herleeft op aanvraag het recht op arbeidsondersteuning als de jonggehandicapte niet in staat is om meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen.
2.
Indien op grond van artikel 2:16, eerste lid, onderdeel b, geen recht op arbeidsondersteuning meer bestaat omdat op de persoon die recht had op arbeidsondersteuning één of meer uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, onderdeel a, b, c, d of f van toepassing waren, herleeft op aanvraag het recht op arbeidsondersteuning wanneer zich geen van deze uitsluitingsgronden meer voordoet.
3.
Indien het recht op arbeidsondersteuning is geëindigd op grond van artikel 2:16, eerste lid, onderdeel c, herleeft het recht op arbeidsondersteuning op aanvraag van de jonggehandicapte indien zich geen uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 2:11 voordoet. Het recht op arbeidsondersteuning herleeft niet eerder dan een jaar na de dag waarop het recht op arbeidsondersteuning is geëindigd.