Uitvoeringsbesluit Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 694 (uitgifte: 28-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 694 (uitgifte: 28-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Van accijnsgoederen die worden vervoerd of voorhanden zijn en waarvan de accijns is voldaan, andere dan tabaksproducten die zijn voorzien van de wettelijk voorgeschreven accijnszegels, wordt aan de hand van bescheiden de herkomst aangetoond.
2.
Een bescheid als bedoeld in het eerste lid dat wordt gebruikt om de herkomst aan te tonen van accijnsgoederen die worden vervoerd, mag niet ouder zijn dan zes dagen tenzij wordt aangetoond dat het vervoer langer dan zes dagen geleden is aangevangen.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot accijnsgoederen:
- a.
beneden de op grond van artikel 3.45 van de wet vastgestelde hoeveelheden; en
- b.
die bij anderen dan ondernemers in de zin van artikel 6.8 van de Belastingwet BES voorhanden zijn of door hen worden vervoerd voor eigen behoeften voor zover die accijnsgoederen zich bevinden in de gebruikelijke kleinhandelsverpakking.