Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
79.11 Aansprakelijkheid van derden voor uitbetaalde toeslagen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
22-12-2023, Stcrt. 2023, 35664 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-260897)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2023, Stcrt. 2023, 35664 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-260897)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
In aansluiting op artikel 33 van de Awir beschrijft dit artikel het beleid dat de Dienst Toeslagen hanteert bij de toepassing van de wettelijke aansprakelijkheid van derden voor terugvorderingen die samenhangen met toeslagen die zijn uitbetaald op een bankrekening waarover die derde heeft kunnen beschikken.
- 1.
als de Dienst Toeslagen toeslagen heeft uitbetaald aan:
- —
een lid van de NVVK in het kader van een schuldregelingsovereenkomst of een overeenkomst tot budgetbeheer in de zin van de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK;
- —
een gemeente in het kader van een schuldregelingsovereenkomst of een overeenkomst tot budgetbeheer in de zin van de Gedragscode Schuldhulpverlening van de NVVK of overeenkomsten met dezelfde strekking;
- —
een derde die voldoet aan de norm NEN-ISO 9001 en die in het kader van de uitvoering van een schuldregelingsovereenkomst of een overeenkomst tot budgetbeheer als hiervóór bedoeld of een overeenkomst met dezelfde strekking:
- —
een subsidiebeschikking heeft ontvangen van een gemeente, of
- —
een contract heeft met een zorgkantoor voor het leveren van zorg in natura ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
- —
een curator;
- —
een bewindvoerder,
gaat de Dienst Toeslagen alleen over tot aansprakelijkstelling als:
- —
het aan opzet of grove schuld van de schuldhulpverlener, de gemeente, de derde, de curator of de bewindvoerder te wijten is dat onjuiste of onvolledige gegevens of inlichtingen zijn verstrekt die ten grondslag hebben gelegen aan de terugvordering, of
- —
de schuldhulpverlener, de gemeente, de derde, de curator of de bewindvoerder financieel voordeel heeft gehad van de te hoge of onterecht uitbetaalde toeslagen;
- 2.
als de Dienst Toeslagen de kinderopvangtoeslag heeft uitbetaald op de bankrekening van een kinderopvanginstelling die een ‘partnerschapsovereenkomst één rekeningnummer’ (POBR1) heeft gesloten met de Dienst Toeslagen, gaat de Dienst Toeslagen alleen over tot aansprakelijkstelling als de kinderopvanginstelling in strijd met de Awir, de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de op die wetten berustende bepalingen of in strijd met de voorwaarden die zijn opgenomen in de POBR1 handelt of heeft gehandeld;
- 3.
als de Dienst Toeslagen de kinderopvangtoeslag heeft uitbetaald op de bankrekening van een kinderopvanginstelling die een convenant heeft gesloten met de Dienst Toeslagen waarin zij hoofdelijke aansprakelijkheid aanvaardt voor terug te vorderen bedragen die samenhangen met de rechtstreeks aan de kinderopvanginstelling uitbetaalde kinderopvangtoeslag, geldt de in onderdeel 2 beschreven inperking van de mogelijkheid tot aansprakelijkstelling niet. Het bepaalde in artikel 49.6 van deze leidraad is hierbij van overeenkomstige toepassing;
- 4.
als de Dienst Toeslagen aan een derde een toeslag heeft uitbetaald van iemand die niet beschikt over een bankrekening op zijn naam en door zijn geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat is om een bankrekening op zijn naam te openen, gaat de Dienst Toeslagen alleen over tot aansprakelijkstelling als die derde:
- —
financieel voordeel heeft gehad van de te hoge of onterecht ontvangen toeslagen, of
- —
wist of behoorde te weten dat de toeslag te hoog was of dat er geen recht bestond op de toeslag.