Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 wat officiële controles betreft
Artikel 61 Bemonsteringsplannen
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2019
- Bronpublicatie:
15-03-2019, PbEU 2019, L 131 (uitgifte: 17-05-2019, regelingnummer: 2019/627)
- Inwerkingtreding
06-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2019, PbEU 2019, L 131 (uitgifte: 17-05-2019, regelingnummer: 2019/627)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
Voor de uitvoering van de onder b), c) en d), van artikel 59 voorziene controles stellen de bevoegde autoriteiten bemonsteringsplannen op om dergelijke controles op regelmatige tijdstippen uit te laten voeren of, indien het verzamelen op onregelmatige tijdstippen plaatsvindt, van geval tot geval. De geografische spreiding van de bemonsteringspunten en de frequentie van de bemonstering waarborgen dat de resultaten van de analyse representatief zijn voor het betrokken ingedeelde productie- en heruitzettingsgebied.
2.
In demonsteringsplannen voor de controle van de microbiologische kwaliteit van levende tweekleppige weekdieren wordt met name rekening gehouden met:
- a)
de te verwachten variatie van de fecale verontreiniging;
- b)
de parameters als bedoeld in artikel 56, lid 1.
3.
Bij de bemonsteringsplannen voor de controle op de aanwezigheid van toxineproducerend plankton in het water in ingedeelde productie- en heruitzettingsgebieden en van mariene biotoxines in levende tweekleppige weekdieren wordt met name rekening houden met mogelijke variaties van de aanwezigheid van plankton dat mariene biotoxines bevat. De bemonstering omvat:
- a)
periodieke bemonstering met het oog op de opsporing van wijzigingen in de samenstelling van het toxinehoudende plankton en de geografische spreiding daarvan. Indien de resultaten wijzen op een accumulatie van toxines in het vlees van levende tweekleppige weekdieren, volgt intensieve bemonstering;
- b)
periodieke toxiciteitstests op de levende tweekleppige weekdieren uit het betrokken gebied die het meest vatbaar zijn voor verontreiniging.
4.
De bemonsteringsfrequentie voor de toxineanalyse bij levende tweekleppige weekdieren vindt in de verzamelperioden wekelijks plaats, behalve wanneer:
- a)
de bemonsteringsfrequentie kan worden verminderd in specifieke heruitzettings- of productiegebieden of voor specifieke typen levende tweekleppige weekdieren, indien een risicobeoordeling over de aanwezigheid van toxines of fytoplankton erop wijst dat het risico uiterst gering is;
- b)
de bemonsteringsfrequentie wordt verhoogd indien een dergelijke beoordeling erop wijst dat een wekelijkse bemonstering onvoldoende zou zijn.
5.
De in lid 4 bedoelde risicobeoordeling wordt regelmatig opnieuw bezien, teneinde het risico van de aanwezigheid van toxines in levende tweekleppige weekdieren uit deze gebieden te beoordelen.
6.
Indien er gegevens beschikbaar zijn over de snelheid van de accumulatie van toxines in een groep van soorten in hetzelfde ingedeelde productie- of heruitzettingsgebied, kan de soort met de hoogste snelheid gebruikt worden als indicatorsoort. De verzameling van alle soorten van die groep is dan toegestaan zolang de toxineniveaus bij de indicatorsoort onder de voorgeschreven grenswaarden blijven. Indien de toxineniveaus bij de indicatorsoort hoger blijken te zijn dan de voorgeschreven grenswaarden, mag de verzameling van de andere soorten alleen worden toegestaan als uit verdere analyse van de andere soorten blijkt dat de toxinegrenswaarden niet worden overschreden.
7.
Wat de controle van plankton betreft, zijn de monsters representatief voor de waterkolom in het ingedeelde productie- of heruitzettingsgebied en verschaffen zij informatie over de aanwezigheid van toxische soorten en over populatietrends. Indien er veranderingen van toxische populaties worden vastgesteld die tot een accumulatie van toxines kunnen leiden, wordt de bemonsteringsfrequentie van levende tweekleppige weekdieren verhoogd, of worden de gebieden bij wijze van voorzorgsmaatregel afgesloten totdat de resultaten van de toxineanalyses bekend zijn.
8.
De bemonsteringsplannen voor de controle op de aanwezigheid van chemische verontreinigingen maken het mogelijk vast te stellen of de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 aangegeven niveaus worden overschreden.