Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 5 Hoedanigheid van de gegevens
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
Persoonsgegevens die langs geautomatiseerde weg worden verwerkt, dienen:
- a.
op eerlijke en rechtmatige wijze te worden verkregen en verwerkt;
- b.
te worden opgeslagen voor bepaalde en legitieme doeleinden en niet te worden gebruikt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden;
- c.
toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden opgeslagen;
- d.
nauwkeurig te zijn en, zo nodig, te worden bijgewerkt;
- e.
te worden bewaard in een zodanige vorm dat de betrokkene hierdoor niet langer te identificeren is dan strikt noodzakelijk is voor het doel waarvoor de gegevens zijn opgeslagen.