Einde inhoudsopgave
Elektriciteitswet 1998
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Deze wijziging moet worden aangebracht in lid 1.
- Bronpublicatie:
09-04-2018, Stb. 2018, 109 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken: 34627)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2018, Stb. 2018, 129 (uitgifte: 08-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Indien naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt uit het document, bedoeld in artikel 19, de overzichten, bedoeld in artikel 19b, of uit het investeringsplan, bedoeld in artikel 21, of anderszins, blijkt dat een netbeheerder in onvoldoende mate of op een ondoelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in het door hem te bereiken niveau van de kwaliteit van zijn transportdienst of in de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit over de door hem beheerde netten, meldt zij zulks na overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de netbeheerder van het desbetreffende net aan Onze Minister.
2.
Nadat hij een melding heeft ontvangen, kan Onze Minister aan de desbetreffende netbeheerder opdragen voorzieningen te treffen teneinde zeker te stellen dat het transport van elektriciteit in voldoende mate of op een doelmatige wijze plaatsvindt.
3.
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de opdracht, bedoeld in het tweede lid.