Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
6.2.4 Wachttijd in collectieve pensioenregelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
In een (collectieve) pensioenregeling kan een wachttijd zijn opgenomen. Als na het verstrijken van die wachttijd een recht op levenslang ouderdomspensioen wordt toegekend over een periode die ligt vóór het lopende kalenderjaar, moet de pensioenuitvoerder over die periode een (verbeterde) opgave opmaken. Voor die periode ontstaat een wijziging van de hoogte van de pensioenaangroei doordat achteraf alsnog pensioenrechten worden toegekend. In dat geval moet de pensioenuitvoerder binnen redelijke termijn een (verbeterde) opgave van de pensioenaangroei opmaken en verzenden aan de deelnemer.
Omdat hierbij geen sprake is van een pensioenverbetering maar van de achteraf juiste vaststelling van de aangroei in het jaar, worden geen negatieve uitgaven in aanmerking genomen.