Regeling Europese afvalstoffenlijst
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 16-10-2021
- Bronpublicatie:
07-10-2021, Stcrt. 2021, 43211 (uitgifte: 15-10-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/256931)
- Inwerkingtreding
16-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2021, Stcrt. 2021, 43211 (uitgifte: 15-10-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/256931)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Bij het vaststellen of een afvalstof de in artikel 4 bedoelde eigenschappen bezit, wordt het tweede tot en met vijfde lid in acht genomen.
2.
Bij de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval asfaltproducten als een gevaarlijke afvalstof gezien als deze meer dan 75 mg/kg bevatten van een totale som aan PAK’s, genoemd in bijlage A, tabel 2, van de Regeling bodemkwaliteit.
3.
Afvalstoffen worden als volgt bemonsterd:
- a.
afgewerkte olie volgens NEN-EN-ISO 3170 – Vloeibare aardolieproducten – handmatige monsterneming, februari 2004,
- b.
olie uit elektrische uitrusting volgens NEN-EN-IEC 60567 – Met olie gevulde elektrische uitrusting – Bemonstering van gassen voor de analyse van vrije en opgeloste gassen – Leidraad, januari 2012,
- c.
bitumen en teerproducten volgens NEN 3940 – Bitumen- en teerprodukten – Monsterneming, maart 1982,
- d.
asbest in afval en recyclinggranulaat volgens ontwerp NEN 5897, Inspectie en monsterneming van asbest in bouw- en sloopaval en recyclinggranulaat, augustus 2015, met correctieblad van augustus 2016 en correctieblad C2:2017,
- e.
de overige afvalstoffen volgens NVN 5860 – Afvalstoffen – Bemonstering van afval, november 1999.
4.
De voorbehandeling van monsters geschiedt als volgt:
- a.
monsters die worden ontsloten voor de bepaling van elementen worden behandeld volgens ontwerp NEN-EN 13657 – Karakterisering van afval – Ontsluiting voor de bepaling van in koningswater oplosbare elementen, november 2002,
- b.
monsters ter bepaling van overige organische en anorganische stoffen worden behandeld volgens NVN 5870 -0 Afvalstoffen – Analyse van afvalstoffen – Monstervoorbehandeling voor de bepaling van het gehalte aan organische en anorganische parameters, februari 1998.
5.
De analyse van:
- a.
asbest in afval en recyclinggranulaat geschiedt volgens ontwerp NEN 5897, Inspectie en monsterneming van asbest in bouw- en sloopaval en recyclinggranulaat, augustus 2015, met correctieblad van augustus 2016 en correctieblad C2:2017,
- b.
het totaal PCB-gehalte in afgewerkte olie geschiedt volgens NEN-EN 12766-1 – Aardolieproducten en gebruikte oliën – Bepaling van polychloorbifenylen (PCB) – Deel 1: Scheiding en bepaling van geselecteerde PCB-soorten met gaschromatografie (GC) met gebruik van een elektronen-invangdetector (ECD) – Deel 1, maart 2000 en wordt berekend volgens NEN-EN 12766-2 – Aardolieproducten en gebruikte oliën – Bepaling van PCBs en verwante producten – Deel 2: Berekening van het gehalte van polychloorbifenylen (PCB's), augustus 2001,
- c.
het EOX-gehalte in afgewerkte olie geschiedt volgens NEN-EN 14077 – Aardolieproducten – Bepaling van het organisch halogeen gehalte – Oxidatieve microcoulometrische methode, januari 2004,
- d.
overige stoffen geschiedt volgens NEN 5878 – Milieu – Onderzoek van fysische en chemische parameter in onbekende vaste en vloeibare monstermatrices, september 2006.
6.
Met de methoden, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, worden gelijkgesteld de methoden die volgens een wettelijk voorschrift zijn voorgeschreven in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, en die ten minste gelijkwaardig zijn.