Warenwetbesluit drukverpakkingen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 10-05-1996
- Bronpublicatie:
26-03-1996, Stb. 1996, 251 (uitgifte: 09-05-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-05-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-1996, Stb. 1996, 251 (uitgifte: 09-05-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
houder: een verpakking van metaal, glas of kunststof, die ervoor bestemd is om deel uit te maken van een aërosol;
- b.
aërosol: een eenheid bestaande uit een éénmaal te gebruiken houder, die een samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder druk opgelost gas bevat, al dan niet tezamen met een vloeistof, pasta of poeder, en die is voorzien van een uitlaatinrichting met behulp waarvan de inhoud naar buiten kan treden in de vorm van vaste of vloeibare, in een gas zwevende deeltjes, dan wel als schuim, vloeistof, pasta of poeder;
- c.
totale capaciteit: het volume van een open houder die tot aan de rand van de opening is gevuld, uitgedrukt in milliliters;
- d.
ontvlambare bestanddelen: stoffen of preparaten die krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten moeten worden ingedeeld in de categorieën zeer licht ontvlambaar, licht ontvlambaar en ontvlambaar;
- e.
koolzuur: het kooldioxide (E290) zoals omschreven in het Conserveermiddelenbesluit (Warenwet);
- f.
richtlijn: Richtlijn nr. 75/324/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende aërosols (PbEG L 147).
2.
Dit besluit is niet van toepassing op aërosols met een totale capaciteit van de houder van minder dan 50 ml.