Einde inhoudsopgave
Internationale Gezondheidsregeling (2005)
Artikel 37 Maritieme gezondheidsverklaring
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2007
- Bronpublicatie:
23-05-2005, Trb. 2007, 34 (uitgifte: 19-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-06-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2006, Trb. 2006, 73 (uitgifte: 04-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Voor aankomst in de eerste aanloophaven op het grondgebied van een Staat die Partij is, stelt de kapitein van een schip de gezondheidstoestand aan boord vast, en vult hij bij aankomst, of voor aankomst indien het schip over de juiste voorzieningen beschikt en de Staat die Partij is een dergelijke voorafgaande overhandiging verlangt, een maritieme gezondheidsverklaring in en overhandigt deze aan de bevoegde autoriteit van deze haven, tenzij de Staat die Partij is zulks niet verlangt. Deze verklaring wordt medeondertekend door de scheepsarts, indien aanwezig.
2.
De kapitein van een schip, of de scheepsarts indien aanwezig, verstrekt alle door de bevoegde autoriteit gevraagde informatie met betrekking tot de gezondheidstoestand aan boord tijdens een internationale reis.
3.
Een gezondheidsverklaring wordt opgesteld volgens het in Bijlage 8 opgenomen model.
4.
Een Staat die Partij is, kan besluiten:
- a.
af te zien van de overlegging van de maritieme gezondheidsverklaring door alle binnenkomende schepen; of
- b.
de overlegging van de maritieme gezondheidsverklaring te verlangen uit hoofde van een aanbeveling met betrekking tot schepen die uit getroffen gebieden komen of deze te verlangen van schepen die anderszins mogelijk infectie- of besmettingsbronnen meedragen.
De Staat die Partij is, stelt scheepvaartondernemingen of hun vertegenwoordigers op de hoogte van deze vereisten.