Einde inhoudsopgave
Wet beëdigde tolken en vertalers
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
11-10-2007, Stb. 2007, 375 (uitgifte: 23-10-2007, kamerstukken: 29936)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2008, Stb. 2008, 555 (uitgifte: 22-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Eenieder kan een klacht indienen bij Onze Minister inzake de wijze waarop een beëdigde tolk of vertaler zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
2.
Onze Minister stelt een klachtencommissie in ter behandeling van en de advisering over klachten ten aanzien van beëdigde tolken en vertalers.
3.
Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- a.
de naam en het adres van de indiener;
- b.
de dagtekening;
- c.
een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht gericht is;
- d.
de naam van de beëdigde tolk of vertaler op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de samenstelling en de werkwijze van de klachtencommissie, waaronder in elk geval regels betreffende de onafhankelijkheid van de klachtencommissie.