Einde inhoudsopgave
Wet gemeenschappelijke regelingen
Artikel 76 [Bevoegdheden gemeenten, provincies en waterschappen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
09-07-2014, Stb. 2014, 306 (uitgifte: 12-08-2014, kamerstukken: 33597)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2014, Stb. 2014, 466 (uitgifte: 04-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Aan het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie of aan het gemeenschappelijk orgaan kunnen bij de regeling ten aanzien van de belangen ter behartiging waarvan zij is getroffen en voor het gebied waarvoor zij geldt, zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur worden overgedragen, als aan de besturen van de deelnemende gemeenten en provincies en van de deelnemende waterschappen met betrekking tot hun eigen gemeente, provincie, onderscheidenlijk waterschap toekomen, met dien verstande dat:
- a.
aan het bestuur van het openbaar lichaam niet de bevoegdheid kan worden overgedragen andere belastingen te heffen dan de belasting, bedoeld in artikel 222c van de Provinciewet, de rioolheffing, bedoeld in artikel 228a van de Gemeentewet, de rechten, bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, van de Gemeentewet, artikel 223 van de Provinciewet en artikel 115 van de Waterschapswet en de rechten waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt.
- b.
aan het gemeenschappelijk orgaan of de bedrijfsvoeringsorganisatie niet de bevoegdheid kan worden overgedragen belastingen te heffen of anderszins algemeen verbindende voorschriften te geven.
2.
Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt daarbij tevens de verhouding van de overgedragen bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende gemeenten en provincies en van de deelnemende waterschappen geregeld.
3.
Voor zover een verordening van het openbaar lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente of provincie, of van een deelnemend waterschap, regelt eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen, dat de verordening van de gemeente, de provincie of het waterschap, voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.