Einde inhoudsopgave
Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen
Artikel 5 Schorsing en intrekking van certificaten
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Bronpublicatie:
18-09-2015, Stcrt. 2015, 30873 (uitgifte: 16-10-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/183974)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2015, Stb. 2015, 356 (uitgifte: 15-10-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen (30-09-2015, Stb. 356).
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
Onverminderd artikel 14, vierde lid, van het besluit schorst een instelling het certificaat van een onderneming of trekt deze in, als:
- a.
de instelling heeft vastgesteld dat de onderneming niet of niet langer voldoet aan artikel 2, en de instelling geen gerechtvaardigd vertrouwen heeft dat de onderneming binnen afzienbare tijd daaraan kan of wil voldoen;
- b.
de onderneming in staat van faillissement verkeert, of
- c.
de onderneming een daartoe strekkend verzoek heeft gedaan.
2.
Als het certificaat is geschorst, stelt de instelling de periode vast gedurende welke de onderneming de gelegenheid krijgt om volledig aan artikel 2 te voldoen. Indien de onderneming naar het oordeel van de instelling binnen de vastgestelde periode daaraan voldoet, heft de instelling de schorsing op.
3.
Als de onderneming niet binnen de vastgestelde periode volledig aan artikel 2 voldoet, trekt de instelling het certificaat in.
4.
De natuurlijk persoon van wie het certificaat is ingetrokken naar aanleiding van een aanwijzing van de minister op grond van artikel 14, vierde lid, van het besluit of de onderneming van wie het certificaat is ingetrokken, levert dit per ommegaande in bij de instelling die het certificaat heeft verleend.
5.
De onderneming van wie het certificaat is ingetrokken, informeert onmiddellijk de exploitanten waarvoor die onderneming werkzaamheden heeft verricht, over de intrekking van het certificaat.