Einde inhoudsopgave
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren
Artikel 32 [Overleg met arts]
Geldend
Geldend vanaf 06-05-1994
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Politiewet 1993 (09-12-1993, Stb. 724).
- Bronpublicatie:
08-04-1994, Stb. 1994, 275 (uitgifte: 21-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-01-1994, Stb. 1994, 27 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bevoegdheden
1.
In het geval er aanwijzingen zijn dat een ingeslotene medische bijstand behoeft dan wel er bij deze persoon medicijnen zijn aangetroffen, overlegt de ambtenaar met de arts. De ambtenaar overlegt eveneens met de arts indien de ingeslotene zelf om medische bijstand of medicijnen vraagt.
2.
In het geval de ingeslotene vraagt om medische bijstand van zijn eigen arts, stelt de ambtenaar die arts daarvan op de hoogte.
3.
In het geval de ingeslotene te kennen geeft geen medische hulp te willen hebben, terwijl er aanwijzingen zijn dat medische bijstand gewenst is, waarschuwt de ambtenaar de arts en deelt hij deze de houding van de ingeslotene mee.