Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2007
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2007, L 12).
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 404 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1924/2006)
- Inwerkingtreding
19-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, PbEU 2006, L 404 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1924/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Voor de toepassing van deze verordening:
- a)
gelden de definities van ‘levensmiddel’, ‘exploitant van een levensmiddelenbedrijf’, ‘in de handel brengen’ en ‘eindverbruiker’ van respectievelijk artikel 2 en artikel 3, punten 3, 8 en 18, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1);
- b)
geldt de definitie van ‘voedingssupplement’ van Richtlijn 2002/46/EG;
- c)
gelden voor ‘voedingswaarde-etikettering’, ‘eiwitten’, ‘koolhydraten’, ‘suikers’, ‘vetstoffen’, ‘verzadigd vet’, ‘enkelvoudig onverzadigd vet’, ‘meervoudig onverzadigd vet’ en ‘voedingsvezels’ de definities van Richtlijn 90/496/EEG;
- d)
geldt de definitie van ‘etikettering’ van artikel 1, lid 3, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG.
2.
Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:
- 1)
claim: elke boodschap of aanduiding die niet verplicht is op grond van de communautaire of nationale wetgeving, met inbegrip van illustraties, grafische voorstellingen of symbolen, ongeacht de vorm, waarmee gesteld, de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft;
- 2)
nutriënt: eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium en de in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG genoemde vitaminen en mineralen, alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of er een bestanddeel van zijn;
- 3)
andere stof: een stof die geen nutriënt is, maar wel een nutritioneel of fysiologisch effect heeft;
- 4)
voedingsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde heilzame voedingseigenschappen heeft die zijn toe te schrijven aan:
- a)
de energetische waarde (calorische waarde) die het
- i)
levert,
- ii)
in verlaagde of verhoogde mate levert, of
- iii)
niet levert, en/of
- b)
de nutriënten of andere stoffen die het
- i)
bevat,
- ii)
in verlaagde of verhoogde hoeveelheid bevat, of
- iii)
niet bevat;
- 5)
gezondheidsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid;
- 6)
claim inzake ziekterisicobeperking: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat de consumptie van een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan een risicofactor voor het ontstaan van een ziekte bij de mens in significante mate beperkt;
- 7)
Autoriteit: de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.
Voetnoten
PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 575/2006 van de Commissie (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 3).