Einde inhoudsopgave
Wet waardering onroerende zaken
Artikel 2 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2016
- Redactionele toelichting
Bij de wijziging van 27-06-2008, Stb. 269 is dit artikel niet genummerd.
- Bronpublicatie:
28-03-2013, Stb. 2013, 129 (uitgifte: 11-04-2013, kamerstukken: 33462)
- Inwerkingtreding
01-10-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2015, Stb. 2015, 506 (uitgifte: 16-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
In deze wet wordt verstaan onder:
- —
afnemer: bestuursorgaan dat op grond van een wettelijk voorschrift bevoegd is tot gebruik van een waardegegeven;
- —
authentiek gegeven: in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij wettelijk voorschrift als authentiek is aangemerkt;
- —
basisregistratie: verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat deze authentieke gegevens bevat;
- —
belastingen: belastingen geheven door het Rijk, de gemeenten en de waterschappen;
- —
college: college van burgemeester en wethouders;
- —
Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
- —
landelijke voorziening WOZ: landelijke voorziening als bedoeld in artikel 37aa;
- —
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
- —
terugmelding: melding als bedoeld in artikel 37f, eerste lid;
- —
waardegegeven: op de voet van hoofdstuk IV van deze wet vastgestelde waarde van een onroerende zaak;
- —
de wet: de Wet waardering onroerende zaken.