Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:66 Instandlating rechtsgevolgen
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 632 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35908)
- Inwerkingtreding
21-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, Stb. 2021, 633 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De bestuursrechter geeft, indien een beroep tegen een besluit ingevolge dit hoofdstuk, met uitzondering van afdeling 3A.1.2, of ingevolge de artikelen 16, 18 en 21 van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, gegrond wordt verklaard, toepassing aan artikel 8:72, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, indien dit noodzakelijk is ter bescherming van de belangen van te goeder trouw handelende derden die ingevolge het besluit andere eigendomsinstrumenten, activa, rechten of passiva van de entiteit in afwikkeling hebben verkregen.