Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.103 Indienen en vereisten beroepschrift
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2015
- Redactionele toelichting
Zaken die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging aanhangig waren bij de Raad van Beroep voor belastingzaken gaan van rechtswege over naar het Gerecht in eerste aanleg.
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
30-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2015, Stb. 2015, 143 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Het instellen van beroep geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij het Gerecht in eerste aanleg.
2.
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- a.
de naam en het adres van de indiener;
- b.
de dagtekening;
- c.
een omschrijving van de belastingaanslag of de beschikking waartegen het beroep is gericht;
- d.
de gronden van het beroep.
3.
Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift van de belastingaanslag of beschikking en de uitspraak op bezwaar overgelegd.
4.
Het beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien niet is voldaan aan een in dit artikel of in enig ander in deze wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroepschrift, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
5.
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
6.
Hij die beroep instelt tegen meer dan één uitspraak kan dat doen bij één beroepschrift.
7.
Artikel 8.92, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.