Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 37 Niet-discriminerende toegang tot en verplichting tot licentieverlening voor benchmarks
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
23-06-2016, PbEU 2016, L 175 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1033)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2016, PbEU 2016, L 175 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1033)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In gevallen waarin de waarde van een financieel instrument wordt berekend uitgaande van een benchmark, moet een persoon met eigendomsrechten op de benchmark ervoor zorgen dat CTP's en handelsplatformen ten behoeve van handel en clearing niet-discriminerende toegang krijgen tot:
- a)
relevante prijs- en gegevensstromen en informatie over de samenstelling, methode en prijsvorming van de betreffende benchmark voor clearing- en handelsdoeleinden; en
- b)
licenties.
Een licentie die toegang tot informatie omvat, wordt binnen drie maanden na indiening van het verzoek door een CTP of handelsplatform op billijke, redelijke en niet-discriminerende basis verleend.
De toegang wordt tegen een redelijke commerciële prijs verleend, met inachtneming van de prijs waartegen toegang tot de benchmark wordt verleend, of onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan voorwaarden waaronder de intellectuele-eigendomsrechten in licentie worden gegeven aan andere CTP's, andere handelsplatformen of andere betrokken personen ten behoeve van clearing en handel. Aan verschillende CTP's, handelsplatformen of betrokken personen kunnen alleen verschillende prijzen worden gerekend als dat objectief gerechtvaardigd is op redelijke commerciële gronden, zoals de gevraagde hoeveelheid, omvang of reikwijdte.
2.
Indien na 3 januari 2018 een nieuwe benchmark wordt ontwikkeld treedt de verplichting tot licentieverlening in werking niet later dan dertig maanden nadat een financieel instrument dat naar die benchmark verwijst, is begonnen met of is toegelaten tot de handel. Indien een persoon met eigendomsrechten op een nieuwe benchmark een bestaande benchmark bezit, moet die persoon vaststellen dat de nieuwe benchmark in vergelijking met die eventuele bestaande benchmark aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:
- a)
de nieuwe benchmark is niet louter een kopie of een aangepaste versie van die bestaande benchmark en de methode, met inbegrip van de onderliggende gegevens, van de nieuwe benchmark verschilt aanzienlijk van die van de bestaande benchmark; en
- b)
de nieuwe benchmark is geen vervanging voor de bestaande benchmark.
Dit lid doet geen afbreuk aan de toepassing van de mededingingsregels, in het bijzonder de artikelen 101 en 102 VWEU.
3.
CTP's, handelsplatformen of verwante entiteiten gaan met een verstrekker van een benchmark geen overeenkomst aan waarvan het effect zou zijn:
- a)
dat het een andere CTP of een ander handelsplatform onmogelijk wordt gemaakt toegang te krijgen tot dergelijke informatie of rechten zoals bedoeld in lid 1; of
- b)
dat het een andere CTP of een ander handelsplatform onmogelijk wordt gemaakt toegang te krijgen tot een dergelijke licentie, zoals bedoeld in lid 1;
4.
De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de volgende zaken te specificeren:
- a)
de informatie via licentieverlening die uitsluitend voor gebruik door de CTP of het handelsplatform beschikbaar moet worden gesteld op grond van lid 1, onder a);
- b)
andere omstandigheden waarin toegang wordt verleend, inclusief de vertrouwelijkheid van de verstrekte informatie;
- c)
de normen aan de hand waarvan kan worden bewezen dat een benchmark nieuw is overeenkomstig lid 2, onder a) en b).
De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.