Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/1503 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937
Artikel 45 Verslag
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2020
- Bronpublicatie:
07-10-2020, PbEU 2020, L 347 (uitgifte: 20-10-2020, regelingnummer: 2020/1503)
- Inwerkingtreding
09-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2020, PbEU 2020, L 347 (uitgifte: 20-10-2020, regelingnummer: 2020/1503)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Vóór 10 november 2023 dient de Commissie, na raadpleging van de ESMA en de EBA, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
2.
In het verslag worden beoordeeld:
- a)
de werking van de markt voor crowdfundingdienstverleners in de Unie, met inbegrip van marktontwikkeling en -trends, rekening houdend met de ervaring op het gebied van toezicht, het aantal crowdfundingdienstverleners waaraan een vergunning is verleend en hun marktaandeel, alsmede de gevolgen van deze verordening voor ander toepasselijk Unierecht, waaronder Richtlijn 97/9/EG, Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) 2017/1129;
- b)
de vraag of het toepassingsgebied van de onder deze verordening vallende diensten passend blijft wat betreft het in artikel 1, lid 2, onder c), vermelde drempelbedrag;
- c)
het gebruik van voor crowdfunding toegelaten instrumenten in de grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten;
- d)
de vraag of het toepassingsgebied van de onder deze verordening vallende diensten geschikt blijft, rekening houdend met de ontwikkeling van bedrijfsmodellen die de bemiddeling van financiële vorderingen omvatten, met inbegrip van de overdracht of verkoop van schuldvorderingen uit leningen aan derde beleggers via crowdfundingplatforms;
- e)
de vraag of er aanpassingen van de definities in deze verordening nodig zijn, onder meer de in artikel 2, lid 1, onder j), vastgestelde definitie van een ervaren belegger en de criteria van bijlage II in het licht van hun doeltreffendheid voor het waarborgen van beleggersbescherming;
- f)
de vraag of de in artikel 4, lid 1, artikel 6 en artikel 24 vastgestelde vereisten geschikt blijven voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening wat betreft de governance, naleving en informatieverstrekking voor individueel portefeuillebeheer van leningen en in het licht van soortgelijke diensten die overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU voor effecten worden verstrekt;
- g)
de gevolgen van deze verordening voor de goede werking van de interne markt van de Unie voor crowdfundingdiensten, met inbegrip van de gevolgen voor de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering en voor beleggers en andere categorieën van natuurlijke en rechtspersonen waarop die diensten van invloed zijn;
- h)
de invoering van technologische innovatie in de crowdfundingsector, met inbegrip van de toepassing van nieuwe innovatieve bedrijfsmodellen en technologieën;
- i)
de vraag of de in artikel 11 vastgestelde prudentiële vereisten geschikt blijven voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, in het bijzonder wat betreft het niveau van de minimumvereisten voor eigen vermogen, de definitie van het eigen vermogen, het gebruik van verzekeringen en de combinatie van eigen vermogen en verzekering;
- j)
de vraag of er wijzigingen nodig zijn van de in artikel 19 vastgestelde vereisten inzake informatieverstrekking aan cliënten of van de in artikel 21 vastgestelde waarborgen inzake beleggersbescherming;
- k)
de vraag of het in artikel 21, lid 7, vermelde bedrag geschikt blijft voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening;
- l)
- m)
het gebruik van de in artikel 25 bedoelde prikborden, met inbegrip van de gevolgen voor de secundaire markt voor leningen, effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten;
- n)
de gevolgen van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake publicitaire mededelingen van crowdfundingdienstverleners voor het vrij verrichten van diensten, de mededinging en de beleggersbescherming;
- o)
de toepassing van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen en, met name, de noodzaak om administratieve sancties voor inbreuken op deze verordening verder te harmoniseren;
- p)
de noodzaak en evenredigheid van het opleggen aan crowdfundingdienstverleners van verplichtingen inzake de naleving van nationaal recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 met betrekking tot het witwassen van geld of de financiering van terrorisme en het toevoegen van zulke crowdfundingdienstverleners aan de lijst van meldingsplichtige entiteiten voor de toepassing van die Richtlijn.
- q)
de vraag of het wenselijk zou zijn om toe te staan dat in derde landen gevestigde entiteiten een vergunning kunnen krijgen als crowdfundingdienstverlener uit hoofde van deze verordening;
- r)
de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA, en de geschiktheid van de bevoegde autoriteiten als toezichthouders in het kader van deze verordening;
- s)
de mogelijkheid om in deze verordening specifieke maatregelen op te nemen om duurzame en innovatieve crowdfundingprojecten te bevorderen, alsook het gebruik van Uniemiddelen;
- t)
het totale aantal en het marktaandeel van crowdfundingdienstverleners waaraan uit hoofde van deze verordening een vergunning is verleend in de periode vanaf 10 november 2021 tot en met 10 november 2022, ingedeeld naar kleine, middelgrote en grote ondernemingen;
- u)
omvang, aantallen projecten en trends van grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten per lidstaat;
- v)
het aandeel van de uit hoofde van deze verordening verleende crowdfundingdiensten in de mondiale crowdfundingmarkt en de financiële markt van de Unie;
- w)
de nalevingskosten van deze verordening voor crowdfundingdienstverleners, uitgedrukt als een percentage van hun operationele kosten;
- x)
het aantal door beleggers binnen de bedenktijd ingetrokken beleggingen, het aandeel ervan in het totale aantal beleggingen en, op basis van die gegevens, een beoordeling of de duur en de aard van de in artikel 22 vastgestelde bedenktijd geschikt zijn en geen afbreuk doen aan de doeltreffendheid van het proces om kapitaal aan te trekken of de beleggersbescherming;
- y)
het aantal en het bedrag van administratieve geldboetes en strafrechtelijke sancties die zijn opgelegd overeenkomstig en in verband met deze verordening, ingedeeld naar lidstaat;
- z)
soorten en trends in frauduleus gedrag van beleggers, crowdfundingdienstverleners en derden dat zich voordoet in verband met deze verordening.
Voetnoten
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).