Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening belastingen [Aruba]
Artikel 57 [Vergrijp opzettelijk onjuiste aangifte aanslagbelastingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2004
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-03-2004 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
28-02-2004, Afkondigingsblad van Aruba 2004, 10 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2004, Afkondigingsblad van Aruba 2004, 12 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Indien het aan opzet van de belastingplichtige is te wijten dat met betrekking tot een belasting die bij wege van aanslag wordt geheven, de aangifte niet, dan wel onjuist of onvolledig is gedaan, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de Inspecteur hem, gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag, een boete kan opleggen van ten hoogste 100% van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.
2.
De grondslag voor de boete wordt gevormd door:
- a.
het bedrag van de aanslag, dan wel
- b.
indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen, het bedrag waarop de aanslag zou zijn berekend zonder rekening te houden met die verliezen;
een en ander voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet van de belastingplichtige niet zou zijn geheven.
3.
Indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen en als gevolg daarvan geen aanslag kan worden vastgesteld, kan de Inspecteur de boete, bedoeld in het eerste lid, niettemin opleggen. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete vervalt door verloop van de termijn die geldt voor het vaststellen van de aanslag die zou kunnen zijn vastgesteld, indien geen verliezen in aanmerking zouden zijn genomen.