Einde inhoudsopgave
Wet op de economische delicten
Artikel 16 [Dood verdachte en opleggen van bijkomende straf c.q. maatregel]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1993
- Bronpublicatie:
10-12-1992, Stb. 1993, 11 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21504 Overheid.nl: 21504)
- Inwerkingtreding
01-03-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-1993, Stb. 1993, 98 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien aannemelijk is dat iemand die, alvorens in zijn zaak een onherroepelijke uitspraak is gedaan, is overleden, zich heeft schuldig gemaakt aan een economisch delict, kan de rechter bij beschikking op de vordering van het openbaar ministerie:
- a.
de verbeurdverklaring van reeds in beslag genomen voorwerpen uitspreken; artikel 10 vindt overeenkomstige toepassing;
- b.
ten laste van de boedel van de overledene de in artikel 8, onder c vermelde maatregel opleggen.
2.
De beschikking wordt door de griffier openbaar gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en in een of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen, terwijl bovendien een afschrift van de beschikking aan het sterfhuis wordt betekend.
3.
Elke belanghebbende kan binnen drie maanden na de in het vorige lid bedoelde openbaarmaking of betekening een bezwaarschrift ter griffie indienen.
4.
De officier van justitie wordt gehoord; de belanghebbende wordt gehoord, althans behoorlijk opgeroepen.
5.
De rechter geeft een met redenen omklede beslissing; deze is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen.
6.
Het in het eerste lid, in de aanhef en onder a, in het derde, het vierde en in het vijfde lid, bepaalde geldt mede, indien aannemelijk is, dat een onbekende zich schuldig heeft gemaakt aan een economisch delict. De beschikking wordt door de griffier openbaar gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen.