Regeling kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw
Artikel 3
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Agrarisch recht (V)
1.
Degene die een activiteit regime A verricht dient over het voorafgaande kalenderjaar bij de minister een emissieaangifte in.
2.
Degene die een activiteit regime B verricht dient eenmalig op het moment dat de activiteit een kalenderjaar in werking is een emissieaangifte in over dat kalenderjaar.
3.
Degene die een activiteit verricht, bepaalt de CO2-jaarvracht over 2022 en volgende jaren overeenkomstig de in de bijlage opgenomen berekeningsmethode.
4.
Bij niet tijdige indiening van de emissieaangifte stelt de minister de CO2-jaarvracht ambtshalve vast.
5.
Degene die een activiteit verricht bewaart gedurende tenminste vijf jaren na indiening de gegevens en uitgevoerde berekeningen die ten grondslag liggen aan de CO2-jaarvracht en de facturen en andere schriftelijke afleveringsbewijzen van gas, elektriciteit en warmte.