Einde inhoudsopgave
Financiële-verhoudingswet
Artikel 17 [Regeling specifieke uitkeringen]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Provinciefonds
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Gemeentefonds
1.
Specifieke uitkeringen worden geregeld bij of krachtens de wet.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing in de gevallen, bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, met dien verstande dat in de gevallen, bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht de specifieke uitkering wordt geregeld bij ministeriële regeling.
3.
Tijdelijke specifieke uitkeringen kunnen worden geregeld bij algemene maatregel van bestuur. Krachtens de maatregel kan de verdeling van de uitkering nader worden bepaald.
4.
Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het derde lid vervalt vier jaren nadat hij in werking is getreden, tenzij voor dat tijdstip een voorstel van wet bij de Staten-Generaal is ingediend waarin de specifieke uitkering wordt geregeld.
5.
Eenmalige specifieke uitkeringen kunnen worden geregeld bij ministeriële regeling.