Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/33/EU vaststelling normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking)
Artikel 22 Beoordeling van de bijzondere opvangbehoeften van kwetsbare personen
Geldend
Geldend van 19-07-2013 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/33/EU)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 2013/33/EU)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Teneinde artikel 21 doeltreffend toe te passen, beoordelen de lidstaten of de verzoeker bijzondere opvangbehoeften heeft. De lidstaten bepalen ook de aard van die behoeften.
Die beoordeling wordt aangevat binnen een redelijke termijn nadat een verzoek om internationale bescherming is ingediend, en kan in bestaande nationale procedures worden geïntegreerd. De lidstaten zorgen ervoor dat ook in dergelijke bijzondere opvangbehoeften wordt voorzien overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn, als die behoeften zich in een later stadium van de asielprocedure manifesteren.
De lidstaten zorgen ervoor dat de steun die uit hoofde van deze richtlijn aan personen met bijzondere opvangbehoeften wordt verstrekt, tijdens de gehele asielprocedure is afgestemd op hun bijzondere opvangbehoeften, en dat hun situatie op gepaste wijze wordt gevolgd.
2.
De in lid 1 bedoelde beoordeling hoeft niet de vorm van een administratieve procedure aan te nemen.
3.
Alleen van kwestbare personen als bedoeld in artikel 21 kan worden gesteld dat zij bijzondere opvangbehoeften hebben; alleen zij kunnen derhalve aanspraak maken op de specifieke steun die overeenkomstig deze richtlijn wordt verstrekt.
4.
De in lid 1 bedoelde beoordeling laat de beoordeling van de internationale beschermingsbehoeften op grond van Richtlijn 2011/95/EU onverlet.