Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit subsidies I en M
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Indien bij ministeriële regeling is bepaald dat aanvragers van subsidie mogen samenwerken in een samenwerkingsverband:
- a.
dienen de penvoerder namens hen de aanvraag in, met daarbij gevoegd een overeenkomst betreffende hun samenwerking en een verklaring van de deelnemers van het samenwerkingsverband waarin een penvoerder is aangewezen:
- b.
kan bij ministeriële regeling of in de beschikking tot subsidieverstrekking als voorwaarde worden gesteld dat binnen een bepaalde termijn een overeenkomst wordt verstrekt waarin de samenwerking tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband is geregeld;
- c.
verzendt Onze Minister de beschikkingen tot subsidieverstrekking aan de penvoerder;
- d.
verstrekt Onze Minister de voorschotten via de penvoerder aan de subsidie-ontvangers;
- e.
dienen zij de rapportages als bedoeld in artikel 20 in via de penvoerder, en
- f.
betaalt Onze Minister het subsidiebedrag via de penvoerder aan de subsidie-ontvangers. Deze betaling geldt als betaling aan de subsidie-ontvangers;
- g.
dient de penvoerder namens hen de aanvraag tot subsidievaststelling in.
2.
De penvoerder van een samenwerkingsverband doet onverwijld mededeling aan Onze Minister nadat een verzoek tot verlening van surseance van betaling of faillietverklaring van hem, dan wel een aangifte of vordering daartoe bij de rechtbank is ingediend.