Einde inhoudsopgave
Wet pleziervaartuigen 2016
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2016, 26 (uitgifte: 15-01-2016, kamerstukken: 34265)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2016, 26 (uitgifte: 15-01-2016, kamerstukken: 34265)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Een aangemelde keuringsinstantie voert keuringen uit volgens de keuringsprocedures, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 24 van de richtlijn.
2.
De keuringen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij wordt voorkomen dat marktdeelnemers en particuliere importeurs onnodig worden belast. De keuringsinstantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de producten en het massa- of seriële karakter van het productieproces. Daarbij eerbiedigt zij evenwel de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn om het product aan deze richtlijn te laten voldoen.
3.
Indien een aangemelde keuringsinstantie vaststelt dat een fabrikant of een particuliere importeur niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 3, eerste en tweede lid, of overeenkomstige geharmoniseerde normen, verlangt zij van die fabrikant of particuliere importeur dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen certificaat te bewijze van conformiteit aan die eisen.
4.
Indien een aangemelde keuringsinstantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat een product niet meer conform is, verlangt zij van de fabrikant of particuliere importeur dat hij passende corrigerende maatregelen neemt. Zo nodig schort zij het certificaat op of trekt zij dit in.
5.
Indien geen corrigerende maatregelen door de fabrikant of particuliere importeur worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde keuringsinstantie naargelang het geval beperkt, opgeschort of ingetrokken.
6.
Een wijziging van de artikelen 19 tot en met 24 van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.