Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 16.139 (delegatiegrondslag procedurele en vormvereisten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
19-02-2020, Stb. 2020, 83 (uitgifte: 09-03-2020, kamerstukken: 35054)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, voor zover daarin niet bij deze wet, bij de Algemene wet bestuursrecht of bij of krachtens de Bekendmakingswet is voorzien, regels worden gesteld over de totstandkoming, vorm, structuur of toepassing van, of de op te nemen onderwerpen in:
- a.
besluiten op grond van deze wet,
- b.
omgevingsvisies, programma’s als bedoeld in de paragrafen 3.2.2 tot en met 3.2.4, de documenten die voor het opstellen van programma’s afzonderlijk worden vastgesteld, en plannen of programma’s als bedoeld in paragraaf 16.4.1,
- c.
informatieverplichtingen op grond van artikel 4.3,
- d.
meldingen als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid,
- e.
voornemens als bedoeld in artikel 5.47,
- f.
uitnodigingen tot onderhandeling als bedoeld in artikel 9.12, eerste lid,
- g.
informatieverplichtingen en berichten als bedoeld in artikel 16.1, tweede lid,
- h.
besluiten als bedoeld in artikel 16.43, eerste lid,
- i.
milieueffectrapporten en beoordelingen van de milieueffecten, bedoeld in artikel 16.36, vijfde lid, of 16.43, tweede lid,
- j.
kaarten als bedoeld in artikel 20.17,
- k.
monitoringsprogramma’s als bedoeld in artikel 20.2, vierde lid.
2.
Op grond van het eerste lid kunnen in ieder geval regels worden gesteld over de volgende onderwerpen:
- a.
hoe een aanvraag, melding of ander bericht wordt ingediend of gedaan, en hoe aan een andere informatieverplichting dan een melding moet worden voldaan,
- b.
bekendmaking en het doen van een mededeling aan derden,
- c.
kennisgeving, terinzagelegging en beschikbaarstelling,
- d.
participatie van en overleg met derden, waaronder raadpleging van bevoegde autoriteiten van andere staten,
- e.
coördinatie en samenwerking met bevoegde autoriteiten van andere staten,
- f.
uitvoering en uitvoerbaarheid,
- g.
evaluatie en actualisatie,
- h.
rapportage,
- i.
welke onderwerpen ten minste worden opgenomen;
- j.
de wijze waarop rechthebbenden van een gebouw instemmen met het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 2.43, eerste lid.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen, voor zover daarin niet bij of krachtens de Bekendmakingswet is voorzien, regels worden gesteld over:
- a.
het verstrekken van gegevens en bescheiden bij een aanvraag, melding, andere informatieverplichting of ander bericht als bedoeld in het eerste lid,
- b.
de toezending van gegevens en bescheiden aan derden,
- c.
de elektronische vormgeving van besluiten en andere rechtsfiguren op grond van deze wet of van documenten en de wijze van beschikbaarstelling daarvan,
- d.
het model dat wordt gebruikt voor het nemen van daarbij aangewezen besluiten op grond van deze wet.
4.
Op grond van het derde lid worden in ieder geval regels gesteld over de bij de aanvraag om een gedoogplichtbeschikking te verstrekken gegevens en bescheiden.