Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 13.4a (ontgrondingenheffing)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij provinciale verordening kan als belasting een heffing worden ingesteld ter bestrijding van de kosten die zijn gemaakt voor:
- a.
de vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 15.1, eerste lid, die wordt veroorzaakt door een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c,
- b.
onderzoek naar het verband tussen een ontgrondingsactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en schade aan onroerende zaken,
- c.
de bepaling van de omvang van de schade, bedoeld onder b.
2.
De heffing wordt geheven van de houder van een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c.
3.
De grondslag van de heffing is de hoeveelheid te winnen vaste stoffen, gemeten in profiel van ontgraving, die is toegestaan op grond van de omgevingsvergunning. Een heffing kan slechts eenmaal worden geheven.
4.
Als de omgevingsvergunning wordt vernietigd of ingetrokken of de daaraan verbonden voorschriften worden gewijzigd in die zin dat de toegestane te winnen hoeveelheid vaste stoffen wordt verminderd, vindt op verzoek van de heffingplichtige teruggaaf van de heffing plaats.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- a.
de hoeveelheid te winnen vaste stoffen waarbij geen heffing is verschuldigd,
- b.
de hoogte van het bedrag waarbij geen teruggave van de heffing plaatsvindt,
- c.
de wijze van heffing.