Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 147 Afschaffing van invoerrechten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Elke partij verlaagt haar douanerechten op goederen van oorsprong uit de andere partij of schaft die af, overeenkomstig bijlage XV bij deze overeenkomst.
2.
Voor elk goed wordt het basisdouanerecht waarop ingevolge lid 1 van dit artikel de achtereenvolgende verlagingen en afschaffingen moeten worden toegepast, in bijlage XV bij deze overeenkomst vermeld.
3.
Indien een partij na de inwerkingtreding van deze overeenkomst op enig tijdstip het door haar toegepaste meestbegunstigingsrecht verlaagt, dan geldt dat recht als basisrecht indien en zolang het lager is dan het overeenkomstig bijlage XV bij deze overeenkomst berekende douanerecht.
4.
Na de inwerkingtreding van deze overeenkomst kunnen de partijen afspreken te bezien of douanerechten in het handelsverkeer tussen hen versneld en in ruimere mate kunnen worden afgeschaft. Wanneer het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 438, lid 4, van deze overeenkomst, besluit de douanerechten op een goed versneld te verlagen of af te schaffen, komt dat besluit in de plaats van de douanerechten of afbouwcategorieën die overeenkomstig bijlage XV bij deze overeenkomst zijn vastgesteld.
5.
In het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst beoordelen de partijen de situatie, waarbij zij rekening houden met het verloop van het handelsverkeer in landbouwproducten tussen de partijen, de bijzondere gevoeligheid van dergelijke producten en de ontwikkeling van het landbouwbeleid van beide partijen.
6.
De partijen zullen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken de mogelijkheden onderzoeken om elkaar op basis van passende wederkerigheid verdere concessies te verlenen met het oog op een verdergaande liberalisering van de handel in landbouwproducten, in het bijzonder die waarvoor tariefcontingenten gelden.