Wet spoedreparatie fiscale eenheid
Artikel III
Geldend
Geldend vanaf 17-05-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
24-04-2019, Stb. 2019, 175 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 34959)
- Inwerkingtreding
17-05-2019, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2019, Stb. 2019, 175 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 34959)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Artikel 15, zestiende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 vindt met betrekking tot de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot en met 31 december 2018 geen toepassing met betrekking tot renten – kosten en valutaresultaten daaronder begrepen – ter zake van op 25 oktober 2017, 11.00 uur, bestaande schulden rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon, voor zover die schulden rechtens dan wel in feite direct of indirect verband houden met een van de in artikel 10a, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bedoelde rechtshandelingen die vóór 25 oktober 2017, 11.00 uur, is verricht, mits het bedrag van die renten op al die schulden tezamen zonder toepassing van artikel 10a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 per twaalf maanden € 100.000 per fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15, eerste of tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 niet te boven gaat. De eerste zin vindt geen toepassing ingeval de inspecteur aannemelijk maakt dat aan de schuld of aan de daarmee verband houdende rechtshandeling niet in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen.