Richtlijn 2001/40/EG betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 02-06-2001
- Bronpublicatie:
28-05-2001, PbEG 2001, L 149 (uitgifte: 02-06-2001, regelingnummer: 2001/40/EG)
- Inwerkingtreding
02-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-05-2001, PbEG 2001, L 149 (uitgifte: 02-06-2001, regelingnummer: 2001/40/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
De lidstaten compenseren onderling de verstoringen van het financiële evenwicht die uit de toepassing van deze richtlijn kunnen voortvloeien, wanneer de verwijdering niet op kosten van de onderdaan of onderdanen van een betrokken derde land kan geschieden.
Met het oog op de toepassing van deze richtlijn stelt de Raad, op voorstel van de Commissie voor 2 december 2002 passende criteria en uitvoeringsvoorschriften vast. Deze criteria en uitvoeringsvoorschriften gelden eveneens voor de toepassing van artikel 24 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.