Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 209 [Mededeling van getuigenverklaringen aan verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1926
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 592.
- Bronpublicatie:
30-07-1925, Stb. 1925, 343 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-01-1921, Stb. 1921, 14 (uitgifte: 28-01-1921, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1926
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Den verdachte wordt bij zijn verhoor mondeling mededeeling gedaan van de verklaringen van getuigen en deskundigen, die buiten zijne tegenwoordigheid zijn gehoord, voor zoover naar het oordeel van den rechter-commissaris het belang van het onderzoek dit niet verbiedt. Wordt den verdachte de wetenschap van bepaalde opgaven onthouden, dan geeft de rechter-commissaris hem dit mondeling te kennen.