Wet Fonds economische structuurversterking
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Ten laste van het fonds kunnen bijdragen worden toegekend aan andere begrotingen van het Rijk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 ten behoeve van de financiering van:
- a.
investeringsprojecten van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken, voorzover betrekking hebbend op:
- 1°
de verkeers- en vervoersinfrastructuur met inbegrip van kosten die samenhangen met milieumaatregelen;
- 2°
de technologie-, telecommunicatie- en kennisinfrastructuur;
- 3°
bodemsanering, voor zover verband houdend met de projecten genoemd onder 1° of met bouwprojecten in de binnensteden;
- 4°
de stedelijke hoofdstructuur, voor zover die samenhangt met en functioneel een relatie heeft met de projecten genoemd onder 1°;
- 5°
de ecologische hoofdstructuur, voor zover een functionele relatie bestaat met projecten genoemd onder 1°;
- b.
de projecten in het kader van de investeringsimpuls, zoals bedoeld in de Voorjaarsnota 1993 (Kamerstukken II 1992/93, 23 100, nr. 1).
2.
Aan de toekenning van een bijdrage kunnen voorwaarden worden verbonden.