Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1725 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG
Artikel 24 Geautomatiseerde individuele besluitvorming, waaronder profilering
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
De betrokkene heeft het recht niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem anderszins in aanmerkelijke mate treft.
2.
Lid 1 geldt niet indien het besluit:
- a)
noodzakelijk is voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke;
- b)
is toegestaan door het Unierecht, dat ook voorziet in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, of
- c)
berust op de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.
3.
In de in lid 2, onder a) en c), bedoelde gevallen treft de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, waaronder ten minste het recht op menselijke tussenkomst van de verwerkingsverantwoordelijke, het recht om zijn standpunt kenbaar te maken en het recht om het besluit aan te vechten.
4.
De in lid 2 van dit artikel bedoelde besluiten worden niet gebaseerd op de in artikel 10, lid 1, bedoelde bijzondere categorieën van persoonsgegevens, tenzij artikel 10, lid 2, onder a) of g), van toepassing is en er passende maatregelen ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene zijn getroffen.