Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie
Artikel 22 Algemene bepalingen inzake systeemrisico's
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2020.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Vakgebied(en)
Bankzaken (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De Autoriteit beraadt zich terdege op het systeemrisico als gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1092/2010. Zij pakt risico's op verstoring van de financiële dienstverlening aan wanneer deze verstoring:
- a)
veroorzaakt wordt door een verzwakking van het gehele financiële systeem of van delen daarvan, en
- b)
mogelijk ernstige negatieve gevolgen kan hebben voor de interne markt en de reële economie.
De Autoriteit beraadt zich, waar passend, op de door het ESRB en haarzelf ingestelde monitoring en beoordeling van systeemrisico's en reageert op de waarschuwingen en aanbevelingen van het ESRB, overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1092/2010.
1 bis.
De Autoriteit gaat op zijn minst jaarlijks na of het uitvoeren van Uniebrede beoordelingen van de weerbaarheid van financiële instellingen, in overeenstemming met artikel 32, dienstig is en brengt het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op de hoogte van haar bevindingen. Wanneer degelijke Uniebrede beoordelingen worden uitgevoerd en de Autoriteit het dienstig acht, maakt zij voor elke deelnemende financiële instelling de resultaten bekend.
2.
De Autoriteit ontwikkelt in samenwerking met het ESRB en overeenkomstig artikel 23 een gemeenschappelijke reeks kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren (‘risicodashboard’) voor het vaststellen en meten van systeemrisico's.
De Autoriteit ontwikkelt tevens een adequate regeling voor stresstests die moeten helpen vaststellen welke instellingen een systeemrisico kunnen opleveren. De betrokken instellingen worden onderworpen aan een scherper toezicht en, voor zover nodig, de herstel- en afwikkelingsprocedures bedoeld in artikel 25.
3.
Onverminderd de in artikel 1, lid 2, genoemde handelingen stelt de Autoriteit zo nodig aanvullende richtsnoeren en aanbevelingen voor financiële instellingen op, teneinde rekening te houden met het systeemrisico dat zij opleveren.
De Autoriteit zorgt ervoor dat het systeemrisico dat financiële instellingen kunnen opleveren, in aanmerking wordt genomen bij de ontwikkeling van ontwerpen van technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen op de gebieden die zijn vastgesteld in de in artikel 1, lid 2, bedoelde wetgevingshandelingen.
4.
De Autoriteit kan op verzoek van een of meer bevoegde autoriteiten, het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, of op eigen initiatief, een onderzoek verrichten naar een welbepaalde soort financiële instelling, product of gedraging teneinde mogelijke bedreigingen van de stabiliteit van het financiële stelsel of van de bescherming van cliënten of consumenten te beoordelen.
Na een overeenkomstig de eerste alinea gevoerd onderzoek kan de raad van toezichthouders de betrokken bevoegde autoriteiten passende aanbevelingen voor maatregelen doen.
Daartoe kan de Autoriteit gebruikmaken van de bevoegdheden die haar krachtens deze verordening, met inbegrip van artikel 35, zijn verleend.
5.
Het Gemengd Comité zorgt voor de algemene en sectoroverschrijdende coördinatie van de activiteiten die op grond van dit artikel worden verricht.