Einde inhoudsopgave
Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 168
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2016
- Bronpublicatie:
04-11-2015, Stb. 2015, 426 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 33691)
- Inwerkingtreding
01-02-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-01-2016, Stb. 2016, 39 (uitgifte: 28-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Het bestuurscollege is in ieder geval bevoegd:
- a.
het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de eilandsraad of de gezaghebber hiermee is belast;
- b.
beslissingen van de eilandsraad voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de gezaghebber hiermee is belast;
- c.
regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam, met uitzondering van de organisatie van de griffie;
- d.
ambtenaren, niet zijnde de eilandgriffier en de op de griffie werkzame ambtenaren, te benoemen, te bevorderen, te schorsen en te ontslaan;
- e.
tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten;
- f.
te besluiten namens het openbaar lichaam, het bestuurscollege of de eilandsraad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de eilandsraad, voor zover het de eilandsraad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
- g.
ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging;
- h.
jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.
2.
Besluiten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden genomen op grond van door het bestuurscollege vastgestelde regels inzake de benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van ambtenaren. Deze regels bevatten in ieder geval de gronden voor deze besluiten.
3.
Besluiten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, behoeven de goedkeuring van de Rijksvertegenwoordiger. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of op een grond, die is neergelegd in de regels, bedoeld in het tweede lid.
4.
Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot het sluiten van een overeenkomst van opdracht als bedoeld in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek BES, op grond waarvan de opdrachtnemer ten behoeve van het openbaar lichaam voor meer dan een maand en gedurende ten minste 16 uur gemiddeld per week werkzaamheden verricht of laat verrichten door derden.
5.
Het bestuurscollege neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.