Einde inhoudsopgave
Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013
1.1 Aanleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
27-06-2013, Stcrt. 2013, 16675 (uitgifte: 27-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2013, Stcrt. 2013, 16675 (uitgifte: 27-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
Op 1 januari 2006 is de wet tot wijziging van de Wet bodembescherming1. (Wbb) in werking getreden. Met deze wetswijziging is uitvoering gegeven aan de beleidsvoornemens die in 2002 zijn geformuleerd in het kabinetsstandpunt Beleidsvernieuwing bodemsanering2.. Hierop volgend is eind december 2003 een Beleidsbrief over de volgende stap in de vernieuwing van het bodembeleid aan de Tweede Kamer gezonden3., waarin beleidsvoornemens zijn verwoord die invloed hebben gehad op genoemde wetswijziging.
Op 1 januari 2008 is de eerste fase van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk)4. in werking getreden die het toepassen van grond en baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam (waterbodem) regelt. Op 1 juli 2008 is de tweede fase van het Bbk van kracht geworden die het toepassen van grond en baggerspecie op landbodems en het toepassen van bouwstoffen op of in de bodem en in een oppervlaktewaterlichaam regelt.
In deze circulaire staat de uitwerking van het saneringscriterium centraal waarmee wordt vastgesteld of een spoedige sanering noodzakelijk is. Het milieuhygiënisch saneringscriterium (hierna genoemd saneringscriterium) is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 37 van de Wbb. Daarnaast wordt in deze circulaire ingegaan op de uitwerking van de saneringsdoelstelling zoals die is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 38 van de Wbb. Bij de uitwerking van de saneringsdoelstelling is aansluiting gezocht bij het Besluit bodemkwaliteit.
In 2006 is gekozen voor een circulaire omdat daarmee op korte termijn duidelijkheid kon worden geboden aan de uitvoeringspraktijk over de toepassing van beide artikelen. Naar aanleiding van twee jaar praktijkervaring met deze circulaire, alsmede de wens om aan te sluiten op het nieuwe Bbk en het vervallen van de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering per 1 oktober 2008, is deze circulaire van 2006 met ingang van 1 oktober 2008 gewijzigd. Met de wijziging van de circulaire zijn de interventiewaarden grond gewijzigd.
Het gevolg van de wijziging in de normstelling is dat er in de uitvoeringspraktijk vanaf 1 oktober 2008 een aantal ongewenste situaties is ontstaan, namelijk een ongewenste toename van het aantal gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Het probleem dat zich voordoet ligt vooral op het terrein van de aangescherpte interventiewaarde grond voor de somwaarde voor drins, waardoor het aantal locaties volgens de Wbb gedefinieerd als ‘geval van ernstige bodemverontreiniging’ enorm is toegenomen. Als gevolg van de ongewenste effecten heeft een heroverweging plaatsgevonden van de interventiewaarden grond voor drins (som), DDE en DDT. De circulaire is in 2009 onder andere hierop aangepast. Ook voor de interventiewaarde grond voor barium, de beoordeling van humane risico's bij lood en de beoordeling van spoed bij ecologie (stap 2) zijn in 2009 op onderdelen wijzigingen doorgevoerd.
Per 3 april 2012 is een gewijzigde versie van de Circulaite[lees: Circulaire] bodemsaneringen verschenen. De aanpassingen in 2012 betreffen onder ander[lees: andere]:
- •
de reikwijdte van deze circulaire door de inwerkingtreding van de Waterwet.
- •
de beoordeling van de ecologische risico's in stap 2 en 3.
- •
gewijzigde beoordeling van de humane risico's van bodemverontreiniging met lood.
- •
aangepast protocol risicobeoordeling asbest.
- •
een verduidelijking van de relatie met het Besluit Bodemkwaliteit.
- •
de gebiedsgerichte aanpak van verontreinigd grondwater (scheiding bronzone en pluim).
- •
een nuancering van het gebruik van de stabiele eindsituatie door een toenemend gebruik van de ondergrond.
- •
geactualiseerde versie van de ‘Richtlijn voor het omgaan met niet-genormeerde stoffen’ is toegevoegd. Deze richtlijn was niet meer vigerend met het vervallen van de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering.
- •
actualisatie van verwijzingen naar regelgeving en literatuur.
In 2013 heeft een beperkte wijziging van de circulaire bodemsanering plaatsgevonden. De belangrijkste wijzigingen zijn:
- •
bijlage 1 van de circulaire is voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens en het hanteren van de bodemtypecorrectie in overeenstemming gebracht met een wijziging van de Regeling bodemkwaliteit, die per 1 juli 2013 in werking treedt.
- •
in bijlage 2, hoofdstuk 5: zijn de criteria voor het triadeonderzoek nader ingevuld en in hoofdstuk 6 is een verwijzing naar het RIVM informatieblad opgenomen.
- •
actualisatie van verwijzingen naar regelgeving en literatuur.
- •
enkele kleine correcties en tekstaanpassingen.
De wet geeft de bevoegdheid om algemene regels te stellen voor zowel het saneringscriterium als de saneringsdoelstelling. Mede aan de hand van de ervaringen die in de praktijk worden opgedaan met de toepassing van deze circulaire, zal besluitvorming plaatsvinden over het opstellen van algemene regels.