Einde inhoudsopgave
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak
78 ter
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2020
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
02-07-2020, PbEU 2020, C 218 (uitgifte: 02-07-2020, regelingnummer: 2020/C 218/03)
- Inwerkingtreding
29-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2020, PbEU 2020, C 218 (uitgifte: 02-07-2020, regelingnummer: 2020/C 218/03)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
Indien de Staat eigen vermogen injecteert in een onderneming waarin hij geen bestaande aandeelhouder is (d.w.z. vóór de COVID-19-eigenvermogensinjectie), en
- a)
hij injecteert nieuw eigen vermogen onder dezelfde voorwaarden als particuliere investeerders, en
- b)
de particuliere deelneming is aanzienlijk (in beginsel ten minste 30 % van het geïnjecteerde nieuwe eigen vermogen), en
- c)
indien de eigenvermogensinjectie van de Staat staatssteun vormt vanwege haar bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld vanwege een andere maatregel die de onderneming ten goede komt,
is het volgende van toepassing:
- i.
in afwijking van punt 77 wordt het verbod op de uitkering van dividenden opgeheven voor alle houders van de nieuwe aandelen. Voor bestaande aandelen wordt het verbod op de uitkering van dividenden opgeheven, op voorwaarde dat het belang in de onderneming van de houders van die bestaande aandelen alles bij elkaar verwaterd is tot minder dan 10 %. In elk geval wordt de verschuldigde vergoeding voor COVID-19-hybride kapitaalinstrumenten en achtergestelde schuldinstrumenten die in handen zijn van de Staat, betaald voordat dividenden worden betaald aan aandeelhouders in een bepaald jaar; en
- ii.
alle andere voorwaarden die in punt 3.11 zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing.