Einde inhoudsopgave
Administratief Akkoord voor de toepassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië
Artikel 10 Verlening van belangrijke verstrekkingen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2003
- Redactionele toelichting
Dit akkoord treedt tegelijk in werking met het Verdrag (22-03-2000, Trb. 2001, 20).
- Bronpublicatie:
22-03-2000, Trb. 2001, 20 (uitgifte: 02-02-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2003, Trb. 2003, 66 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid (V)
Internationale sociale zekerheid / Zorgaanspraken
1.
Bij opneming in een ziekenhuis in de gevallen bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18, eerste en zesde lid, van het Verdrag, geeft het orgaan van de woonplaats of van de tijdelijke verblijfplaats binnen drie dagen na de datum waarop het daarvan kennis heeft gekregen, aan het bevoegde orgaan kennis van de datum van de opneming in een ziekenhuis alsmede van de vermoedelijke duur van de opneming; op de datum van ontslag uit het ziekenhuis geeft het orgaan van de woonplaats of van de tijdelijke verblijfplaats, binnen dezelfde termijn, het bevoegde orgaan kennis van de datum van ontslag.
2.
Ter verkrijging van de toestemming waarvan de verlening van de prestaties bedoeld in artikel 18, vierde lid, van het Verdrag afhankelijk is, verzoekt het orgaan van de woonplaats of van de tijdelijke verblijfplaats het bevoegde orgaan daarom. Het laatstgenoemde orgaan heeft vijftien dagen vanaf de dag waarop een dergelijk verzoek is ontvangen, om hiertegen bezwaar maken en de gronden te vermelden waarop dit bezwaar berust. Indien na afloop van die termijn geen bezwaar is gemaakt, kent het orgaan van de woonplaats of van de tijdelijke verblijfplaats de verstrekkingen toe.
3.
Wanneer de in artikel 18, vierde lid, van het Verdrag bedoelde verstrekkingen in zeer urgente gevallen zonder toestemming van het bevoegde orgaan moeten worden toegekend, stelt het orgaan van de woonplaats of van de tijdelijke verblijfplaats het bevoegde orgaan hiervan onmiddellijk op de hoogte.
4.
De zeer urgente gevallen bedoeld in artikel 18, vierde lid, van het Verdrag zijn die gevallen waarin het verlenen van de verstrekking niet kan worden uitgesteld zonder het leven of de gezondheid van de belanghebbende ernstig in gevaar te brengen. In het geval waarin een prothese of een kunstmiddel is gebroken of beschadigd, is het om de grote urgentie vast te stellen voldoende, de noodzaak van het herstel of de vernieuwing van het desbetreffende benodigde middel aan te tonen.
5.
De bevoegde verbindingsorganen stellen de lijst van de verstrekkingen op waarop de bepalingen van artikel 18, vierde lid, van het Verdrag van toepassing zijn.