Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
Artikel 107 Mutualisatie van nationale financieringsregelingen in geval van een groepsafwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat ingeval er van een in artikel 91 of 92 bedoelde groepsafwikkeling sprake is, de nationale financieringsregeling van elke instelling die deel uitmaakt van een groep, overeenkomstig dit artikel tot de financiering van de groepsafwikkeling bijdragen.
2.
Voor de toepassing van lid 1 stelt de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau na overleg met de afwikkelingsautoriteiten van de instellingen die deel uitmaken van de groep, indien nodig voordat een afwikkelingsmaatregel wordt genomen, een financieringsplan voor als onderdeel van de in de artikelen 91 en 92 bedoelde groepsafwikkelingsregeling.
Het financieringsplan wordt aangenomen volgens de in de artikelen 91 en 92 bedoelde besluitvormingsprocedure.
3.
Het financieringsplan omvat:
- a)
een waardering als bedoeld in artikel 36 ten aanzien van de betroffen groepsentiteiten;
- b)
de verliezen die elke getroffen groepsentiteit moet onderkennen op het moment dat de afwikkelingsinstrumenten worden benut;
- c)
voor elke getroffen groepsentiteit, de verliezen die elke categorie van aandeelhouders en schuldeisers zou lijden;
- d)
elke bijdrage die depositogarantiestelsels moeten leveren overeenkomstig artikel 109, lid 1;
- e)
de totale bijdrage door financieringsregelingen voor de afwikkeling en het doel en de vorm van de bijdrage;
- f)
de basis voor de berekening van het bedrag dat elke nationale financieringsregeling van de lidstaten waar de getroffen groepsentiteiten gevestigd zijn, moet bijdragen aan de financiering van de groepsafwikkeling tot opbouw van de in punt e) bedoelde bijdrage;
- g)
het bedrag dat de nationale financieringsregeling van elke getroffen groepsentiteit moet bijdragen aan de financiering van de groepsafwikkeling, alsmede de vorm van die bijdragen;
- h)
het bedrag aan leningen dat de financieringsregelingen van de lidstaten waar de getroffen groepsentiteiten gevestigd zijn, zullen betrekken van instellingen, financiële instellingen en andere partijen, overeenkomstig artikel 105;
- i)
de termijn voor het gebruik van de financieringsregelingen van de lidstaten waar de getroffen entiteiten gevestigd zijn, welke in voorkomend geval verlengd moet kunnen worden.
4.
De basis voor het verdelen van de in lid 3, onder e), bedoelde bijdrage dient te stroken met lid 5 van dit artikel en met de overeenkomstig artikel 12, lid 3, onder f), in het groepsafwikkelingsplan opgenomen beginselen, tenzij in het financieringsplan anders is bepaald.
5.
De berekening van de bijdrage van elke nationale financieringsregeling is, tenzij anders in het financieringsplan is bepaald, met name gebaseerd op:
- a)
de omvang van de risicogewogen activa van de groep aangehouden door de instellingen en entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), die gevestigd zijn in de lidstaat van die afwikkelingsfinancieringsregeling;
- b)
de omvang van de activa van de groep aangehouden door de instellingen en entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), die gevestigd zijn in de lidstaat van die afwikkelingsfinancieringsregeling;
- c)
de omvang van de verliezen die geleid hebben tot de noodzaak van een groepsafwikkeling die haar oorsprong vindt in groepsentiteiten onder toezicht van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van die afwikkelingsfinancieringsregeling; en
- d)
de omvang van de middelen van de financieringsregeling van de groep die in het kader van het financieringsplan naar verwachting rechtstreeks gebruikt zullen worden voor groepsentiteiten die gevestigd zijn in de lidstaat van die afwikkelingsfinancieringsregeling.
6.
De lidstaten stellen van tevoren regels en procedures vast om te waarborgen dat elke nationale financieringsregeling onmiddellijk haar bijdrage aan de financiering van de groepsafwikkeling kan leveren onverminderd het bepaalde in lid 2.
7.
Voor de toepassing van dit artikel dragen de lidstaten er zorg voor dat het groepsfinancieringsregelingen onder de in artikel 105 gestelde voorwaarden is toegestaan leningen of andere vormen van steun van instellingen, financiële instellingen of andere derden te verkrijgen.
8.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de onder hun jurisdictie vallende nationale financieringsregelingen alle overeenkomstig lid 7 door de groepsfinancieringsregelingen aangegane leningen kunnen garanderen.
9.
De lidstaten dragen er zorg voor dat alle opbrengsten of voordelen die het gebruik van de groepsfinancieringsregelingen opleveren, aan nationale financieringsregelingen worden toegewezen naar rato van hun overeenkomstig lid 2 vastgestelde bijdragen aan de financiering van de afwikkeling.