Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 36 Verplichting tot bieden van stagemogelijkheden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 235 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35102)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2020, Stb. 2020, 469 (uitgifte: 24-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het bevoegd gezag is verplicht aan ho-studenten die in opleiding zijn voor een functie in het basisonderwijs, het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs gelegenheid te bieden de als onderdeel van hun opleiding vereiste ervaring in de school te verkrijgen.
2.
De verplichting bedoeld in het eerste lid, betreft:
- a.
ho-studenten die op een opleidingsinstituut voor onderwijzend personeel zijn ingeschreven;
- b.
in een schooljaar gelijktijdig niet meer ho-studenten als bedoeld onder a, dan een derde van het aantal leraren in dat jaar.
3.
Een bevoegd gezag kan een ho-student de verdere toegang tot de school ontzeggen, indien deze in strijd handelt met de grondslag en doelstellingen van de school. Van een beslissing tot ontzegging van de toegang tot de school wordt mededeling gedaan door toezending of uitreiking van een afschrift aan het bevoegd gezag van het betrokken opleidingsinstituut.
4.
De directeur regelt in overeenstemming met het opleidingsinstituut en het onderwijzend personeel de werkzaamheden in verband met de begeleiding door dit personeel van de ho-studenten in de school.
5.
Onze Minister kan het bevoegd gezag op grond van bijzondere omstandigheden gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting verlenen. De ontheffing geldt voor 1 schooljaar.
6.
De scholen waarop ho-studenten als bedoeld in het eerste lid, zijn toegelaten, zijn toegankelijk voor de inspectie belast met het toezicht op de opleidingsinstituten voor onderwijzend personeel en voor de directeuren en de door deze aan te wijzen leraren van die opleidingsinstituten, een en ander voor zover zulks voor de uitoefening van het toezicht op de praktische vorming noodzakelijk is.