Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1094/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie
Artikel 54 Oprichting
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-07-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1620 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1620)
- Inwerkingtreding
26-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1620 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1620)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Hierbij wordt het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten opgericht.
2.
Het Gemengd Comité dient als forum waarmee de Autoriteit regelmatig en nauw samenwerkt om, met volledige inachtneming van specifieke sectorale kenmerken, te zorgen voor de intersectorale samenhang met de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), in het bijzonder met betrekking tot:
- —
financiële conglomeraten en, wanneer op grond van het Unierecht vereist, prudentiële consolidatie;
- —
financiële verslaglegging en controle;
- —
microprudentiële analyses van sectoroverstijgende ontwikkelingen, risico's en kwetsbaarheden voor de financiële stabiliteit;
- —
retailbeleggingsproducten;
- —
cyberbeveiliging;
- —
uitwisseling van informatie en van beste praktijken met het ESRB en de andere ESA's;
- —
financiële retaildiensten en aangelegenheden met betrekking tot de bescherming van consumenten en beleggers;
- —
advies door de overeenkomstig artikel 1, lid 7, opgerichte commissie.
2 bis.
Vervallen.
3.
Het Gemengd Comité beschikt over specifiek personeel dat ter beschikking wordt gesteld door de ESA's en dat als permanent secretariaat optreedt. De Autoriteit stelt adequate middelen ter beschikking voor de administratieve, infrastructurele en operationele kosten.
4.
Ingeval een financiële instelling in verschillende sectoren opereert, beslecht het Gemengd Comité meningsverschillen overeenkomstig artikel 56.