Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 8.1 Uitbetaling en verrekening
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 409 (uitgifte: 31-08-2021, kamerstukken: 35725)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-2021, Stb. 2021, 443 (uitgifte: 29-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze van uitbetaling van de studiefinanciering en verrekening van het toegekende bedrag aan studiefinanciering met de aan Onze Minister verschuldigde onderwijsbijdrage.
2.
Indien een toegekend bedrag aan studiefinanciering 12 maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de desbetreffende beschikking is gegeven, niet kan worden uitbetaald als gevolg van nalatigheid van degene aan wie die beschikking is gericht, verrekent Onze Minister het toegekende bedrag aan studiefinanciering met het niet uitbetaalde bedrag.
3.
De student kan bij Onze Minister een aanvraag indienen een lager maandbedrag aan lening aan hem uit te betalen dan het maandbedrag aan lening dat aan hem is toegekend of hem een bedrag van € 0,00 toe te kennen. De in de vorige volzin bedoelde aanvraag kan geen betrekking hebben op een periode die gelegen is voor de datum van indiening van de aanvraag. Indien aan de student een bedrag van € 0,00 wordt toegekend, geldt hij voor de periode waarop die toekenning betrekking heeft, als studiefinancieringsgenietende.