Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.104 Griffierecht
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2015
- Redactionele toelichting
Zaken die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging aanhangig waren bij de Raad van Beroep voor belastingzaken gaan van rechtswege over naar het Gerecht in eerste aanleg.
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
30-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2015, Stb. 2015, 143 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Van de indiener van het beroepschrift wordt ten behoeve van 's Rijks schatkist een griffierecht geheven ten bedrage van USD 30.
2.
De griffier wijst de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht en deelt hem mee dat het griffierecht binnen zes weken na de verzending van zijn mededeling dient te zijn betaald aan het Gerecht in eerste aanleg.
3.
Indien het griffierecht niet tijdig is betaald, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.
4.
Indien het Gerecht in eerste aanleg het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, vergoedt de inspecteur het door de indiener van het beroepschrift betaalde griffierecht.